16 augustus 2017

Blog BNA Nieuwsbrief

How Much Does Your Building Weigh?

Deze vraag, ooit door Buckmister Fuller gesteld aan Norman Foster, draagt de essentie in zich van de recente BNA-studie Licht Verdicht naar de mogelijkheden om het centrum van Rotterdam te verdichten met extreem lichte gebouwen boven bestaande gebouwen. Dit gebeurt nog te weinig, zoals ook weer blijkt uit de aanstaande sloop van de Boompjes 55-57 en 60-68, waar twee 50 jaar oude karakteristieke Rotterdamse kantoorgebouwen plaats maken voor nieuwbouw.

Voor mijzelf kwam het inzicht om anders naar dit soort locaties te kijken met ons project De Karel Doorman, opgeleverd in 2012. Het voormalig Ter Meulen winkelgebouw is in oude luister hersteld en daarboven is een nieuw glazen woongebouw toegevoegd. Een uniek project omdat de nieuwbouw op de bestaande kolommen van het gerenoveerde Ter Meulen-gebouw is geplaatst.

Dit kon alleen worden bereikt door extreem licht te bouwen met een voor Nederland onconventionele bouwmethode voor woningbouw: een draagconstructie in staal, houten vloeren en gevels, en scheidingswanden van gips. Deze constructie is bijna zes keer zo licht als een betonnen appartementengebouw, noodzakelijk om tot 70 meter hoog kunnen gaan. Met deze aanpak hebben we niet alleen een bijzonder gebouw voor de toekomst behouden, maar zijn op dezelfde locatie in het centrum van de stad ook 114 woningen toegevoegd.

Ook voor mij was dit project een eyeopener. Dat we direct op de betonnen constructie van het bestaande naoorlogse pand zo’n hoog nieuw gebouw konden toevoegen had ik vooraf niet kunnen dromen. Het project zette me aan het denken. Waarom doen we dat eigenlijk niet vaker? In Rotterdam en andere wederopbouwsteden staan meer van dit soort kloeke gebouwen met een betonnen constructie waar je draagvermogen kan vrijmaken en benutten voor extra volume bovenop het bestaande gebouw.

Het interessante van de aanpak van Licht Verdichten is dat je niet sloopt, wat vaak de makkelijkste weg is, maar juist voortbouwt op het bestaande gebouw, dat zo een oorspronkelijk en herkenbaar onderdeel blijft van de stad. Bij de Karel Doorman is zo sloop en afvoer van 15.000 ton beton vanuit het stadscentrum vermeden. Door vervolgens te bouwen in staal en hout kon worden gewerkt met grote prefab-elementen die direct van de vrachtwagen opgehesen en gemonteerd werden. Een grote bouwplaats was daardoor overbodig, wat in het centrum van een stad een groot pluspunt is. Bovendien is het gekozen bouwsysteem niet alleen licht, maar ook enorm flexibel: woningen kunnen eenvoudig worden gesplist of samengevoegd.

Ik wil hier niet pleiten voor dogmatisch behouden, maar wel om oog te hebben voor een vruchtbare samenhang van bestaand en nieuw door toepassing van licht bouwen. How Much Does Your Building Weigh? Die vraag zou elke architect zichzelf moeten stellen. In het belang van het milieu en de identiteit van de stad.

Zomergastblog door Marc Ibelings voor de BNA Nieuwsbrief.